Persoonlijk Vakantie & Reizen

Een Hollands bandje in Brunei

Omar Ali Saifuddien moskee Brunei
Arno
Laatste berichten van Arno (alles zien)

Dit is een reisverslag van het wonderlijke land dat al ruim vijftig jaar onder het bewind staat van Sultan Hassanal Bolkiah: het prachtige Brunei. Ruim een jaar geleden kwam ik tijdens het opruimen dit reisverslag zomaar weer eens tegen. Vandaag besloot ik dat het misschien leuk is om die herinneringen ook met jullie te delen 🙂 Ga je mee op tijdreis?

Hoezo Brunei? En wat is Prak!?

In het blogje “Even terug naar Brunei” lees je de achtergrond van dit bijzondere verhaal. In een notendop; ik was de zanger van Prak!? en met ons bandje mochten wij in 2001 zeven dagen naar één van de meest bijzondere bestemmingen waar ik ooit ben geweest. Ik hield van dag tot dag onze belevenissen bij, zodat ik het later nog eens terug zou kunnen lezen. En nu; naar het verhaal!

Dagboek: Prak!? in Brunei, 2001

(Disclaimer: in 2001 waren de digitale camera’s iets minder geavanceerd dan nu…)

Reisverslag Brunei - foto 1

April 2001: de Nederpop coverband Prak!? maakt zich op voor de tweede tour in het buitenland. Voor de gelegenheid hebben we een paar Engelstalige nummers gerepeteerd en we hebben natuurlijk onze verplichte prikken gehaald. Maar verder hebben we geen idee waar we aan beginnen.

kaartje Brunei

Was onze vorige buitenlandse show (Aberdeen, Schotland) nog redelijk in de buurt en goed te overzien, deze keer gaat de reis naar de andere kant van de aardbol: Brunei, bekend om haar exorbitant rijke Sultan Haji Hassanal Bolkiah Mu’izzaddin Waddaulah ibni Al-Marhum Sultan Haji Omar Ali Saifuddien Sa’adul Khairi Waddien. Succes met het onthouden daarvan.

Niemand van ons is ooit in Brunei geweest, maar de verhalen en brochures beloven een heel avontuur. Dit is mijn reisverslag; het verhaal van een Hollands bandje in Verweggistan.

Dinsdag 1 mei

06u45: De wekker gaat, voor mijn gevoel veel te vroeg. Met gemengde gevoelens stap ik onder de douche. Enerzijds heb ik er ontzettend veel zin in, anderzijds voel ik me een beetje schuldig dat ik mijn vriendin alleen laat. We zitten net in ons nieuwe huisje, en er moet nog ontzettend veel aan gebeuren.

Station Eindhoven

07u20: Ik sta op het station van Eindhoven en wonder boven wonder vertrekt de trein op tijd. Waren er gisteren tijdens Koninginnedag nog hevige rellen op het spoor, vandaag lijkt er geen vuiltje aan de lucht. Onze toetsenist Simon en zijn vriendin Anke zaten al eerder dan ik op een bankje op het perron. Terwijl de trein langzaam binnen komt rollen nemen ze op hun eigen, ingetogen manier afscheid van elkaar. Misschien had ik wat verderop moeten gaan staan. Ik heb vanochtend al afscheid genomen van mijn vriendin, die uitgerekend nú met haar voet in het verband zit. Deze hele week dat ik weg ben, zal ze niet of nauwelijks vooruit kunnen.

Vliegveld Schiphol

reisverslag Brunei - 2

09u15: We zijn perfect op tijd op Schiphol. Bij het meeting point staat onze gitarist Bas al te wachten. De eerste kriebels dienen zich aan. Een telefoontje van Wouter, onze drummer, leert ons dat er een file staat als gevolg van een ongeluk; Wout gaat later komen. As usual... Bassist Willem en zijn vriendin Karin komen enkele minuten later binnen lopen. Zij is de enige vriendin die mee zal gaan deze trip. Typisch; de mensen uit Gemert, Eindhoven, Utrecht en Haarlem zijn allemaal op tijd, en die éne Amsterdammer… Maar uiteindelijk zit de complete band dan toch om 11u30 in het vliegtuig naar Londen.

Heathrow Airport

Bij aankomst op Heathrow ontstaat er even een lichte paniek bij de Prakkers: Een baliemedewerker vertelt ons, dat onze vlucht naar Abu Dhabi eigenlijk al weg had moeten zijn. Na een sprint dwars door de luchthaven staan we om 12u45 hijgend bij de terminal. 45 minuten te vroeg. Dat was duidelijk een baliemedewerker met een slecht gevoel voor humor. We nemen wraak met een stiekem sigaretje op het toilet.

Royal Brunei Airlines

Het toestel van Royal Brunei is een flinke stap vooruit ten opzichte van de brik van British Midland die ons naar Londen bracht. Een hele kudde personeel leidt ons door het bijna decadent ingerichte toestel naar onze plaatsen. Luxe leren fauteuils, royale beenruimte; het ziet er allemaal even Chic-de-friemel uit.

Op naar Abu Dhabi

Superbeleefde heren wijzen ons op de veiligheidsgordels terwijl gesluierde dames dampende doeken aanreiken ter verfrissing. Puzzelboekje uit de koffer, stoel installeren, volgende halte: Abu Dhabi, over ‘slechts’ zeven uur en vijftig minuten. Maaltijden, snacks en drankjes blijven elkaar in rap tempo opvolgen, terwijl ik maar wat films kijk. Ik besluit dat vliegen alleen leuk is, als je de slaap kunt vatten.

Woensdag 2 mei

04u15: Midden in de nacht moet er in Abu Dhabi dringend getankt worden: het vliegtuig heeft brandstof nodig en wij een dosis nicotine. De hal die we betreden op de luchthaven legt iedereen even het zwijgen op: alles om ons heen is van marmer, goud en ander blinkend spul. Het dak is een immense koepel met een Gaudí-achtig mozaïek. Prachtig.

Biertje?

De muntsoort blijkt de Dirham te zijn, die natuurlijk niemand op zak heeft. Wout stelt heel genereus zijn creditcard ter beschikking voor een paar halve literblikken Grolsch (ja, echt). We blijven ten slotte Nederlanders! Als we weer instappen, zie ik dat de reis opnieuw zeven en een half uur gaat duren. We zijn dus pas net over de helft…

Prak!? in het Maleisisch

13u15: Uiteindelijk komen we gezond en redelijk fit aan in Brunei, waar we bij de uitgang worden opgewacht door onze chauffeur, compleet met bordje “Dutch Music Group”. Waarschijnlijk kregen ze niet uitgelegd in het Maleisisch hoe je in godsnaam “Prak!?” spelt. We laden alles en iedereen in de ‘Van’ (met gelukkig een goede airco) en gaan op weg naar… geen idee eigenlijk.

Reisverslag Brunei - 4

♪♫ Waarheen leidt de weg… ♪♫ (aldus ons aller Mieke Telkamp)

We dachten dat we in de hoofdstad Bandar Seri Begawan moesten spelen, waar het vliegveld ook ligt, maar al gauw rijden we een snelweg op richting één van de uiterste puntjes van Brunei. Nou ja ‘snelweg’; het is in ieder geval een strook asfalt. België is er niks bij, zeg maar. Volgens mij rijden we naar Kuala Belait of zo, maar zeker weten doen we het niet.

De temperatuur in Brunei is zo’n 30 oC (dag en nacht) met regelmatig stortbuien. Tijdens de landing zagen we zo’n bui, maar vanaf het moment dat we voet hebben gezet op Bruneise grond is het heet en vochtig; toch is het verbazend goed te dragen. Misschien omdat we er pas net zijn.

Jerudong Park

14u00: Op weg naar de Shell-kolonie waar onze logeeradressen liggen, maken we kennis met de eerste absurditeit van de Sultan. Deze man weet echt van gekkigheid niet wat hij met zijn geld moet doen: zeven jaar geleden opende hij Jerudong Park, een pretpark waar alle Bruneiers gratis gebruik van mochten maken. Kosten: 1 miljard Brunei Dollar… Inmiddels zijn de bezoekersaantallen flink teruggelopen en omdat de kosten toch wel erg uit de klauwen liepen vragen ze nu ‘maar liefst’ vijftien Bruneise dollars entree, ofwel twintig gulden. Dit, in combinatie met de vele achterstallige reparaties, heeft inmiddels de meeste bezoekers weggejaagd. 1 Miljard dollar voor een vervallen spookpark van vermaak.

Aankomst bij ons ’thuis ver van huis’

15u30: We arriveren bij de villa van Roy, een ex-pat die hier al 11 jaar zit. Hij vertrekt morgenochtend naar Oman en stelt ons zijn huis ter beschikking, en zijn ‘ama’. Siti heet ze, en ze doet de was, ruimt op, haalt boodschappen, wast af, kortom; goud waard!

De huizen in deze kolonie zijn groot en luxueus, met grote bosrijke tuinen en lange oprijlanen, maar het valt wel op dat ze er allemaal min of meer hetzelfde uitzien. Ik ga hier vaak verdwalen, vrees ik.

Reisverslag Brunei - 5

Slapies met Simon

Bij Roy staat een tweepersoonsbed, dus Willem en Karin slapen in ieder geval hier. Verder heeft hij nog maar twee bedden over, dus twee Prakkers zullen ergens anders moeten slapen. Ene Thomas heeft ook zijn villa aangeboden, die om de hoek staat. Simon en ik bieden aan te verkassen, dus verdere obsceniteiten in Huize Roy’s zullen onbeschreven blijven.

Thomas blijkt een erg aardige kerel te zijn en ook zijn vrouw en dochtertje bieden ons een hartelijk onthaal. Ondanks de Foster Parents-achtige situatie voelen we ons meteen op ons gemak. We hebben samen een slaapkamer, een sleutel en een belachelijke hoeveelheid bier, dus alles gaat goedkomen.

♪♫ ♪. Neem nooit je hondje mee, naar de Chinees ♪♫ ♪. (wijze les van De Twee Pinten)

20u00: We worden opgehaald voor een etentje met het Oranje Committee. In Kuala Belait ligt een erg goed Chinees restaurant waar, zoals overal in Brunei, geen alcohol wordt geschonken. Het blijkt hier echter volkomen normaal om je eigen drank mee te nemen en al gauw zit iedereen aan de blikjes Heineken en Tiger, een erg lekker plaatselijk biertje. Het eten is geweldig en de mensen van het Committee zijn erg enthousiast over onze komst, maar ik merk dat mijn ogen steeds vaker dichtvallen. Als we om half twaalf thuiskomen bij Thomas, duurt het dan ook niet lang of het wordt stil…

Donderdag 3 mei

07u00: Ik ben vreemd genoeg al wakker en ik voel me fit. Dat is maar goed ook, want om acht uur worden we alweer opgehaald. Na een autorit van zo’n 90 kilometer komen we aan in Bandar Seri Begawan, voor een toeristisch tochtje door de stad.

We ontbijten in een tentje waar ik normaal met een wijde boog omheen zou lopen, maar het smaakt allemaal prima. We eten rijst uit bananenbladeren en pannenkoekjes die even mierzoet als gifgroen zijn. Ik besluit maar niet te vragen wat die zwarte klontjes in de koffie zijn.

Sultan de Superheld

Volgende stop is het museum van de Sultan. Natuurlijk gaan de schoenen uit alvorens we het gebouw betreden. Als we binnenkomen staan we recht voor de ‘Gouden Koets’ van de Sultan. Hij is weliswaar drie keer zo groot als de Nederlandse en hij wordt niet door een stel paarden voortgetrokken maar door 48 fraai uitgedoste heren, maar verder is hij net zo van goud als die van onze Bea!

Alles in het gebouw is even groots en ‘overdone’, een staaltje zelfverheerlijking tot en met. De Sultan deed het natuurlijk voortreffelijk op school, is een veelzijdig sporter en een kundig staatsman, kortom; als we het museum mogen geloven, is de man God zelf. Na een tentoonstelling van de honderden cadeaus die de Sultan door de jaren heen heeft ontvangen van staatshoofden en grote bedrijven, hebben we wel genoeg verering gehad.

Onrein

Tijd voor een stukje echte aanbidding; we gaan op bezoek bij de koninklijke
Sultan Omar Ali Saifuddin-moskee. Tenminste, dat was de bedoeling. Helaas is het vandaag verboden voor ons, Onreinen, de moskee te betreden. Morgen is er een religieus feest, dus moet er van alles voorbereid worden en mogen wij niet het Heiligdom even snel komen bevuilen. Jammer, straks proberen we het bij een andere moskee. Nu gaan we eerst even lekker uitwaaien tijdens een boottochtje.

Reisverslag Brunei - 8

Kampung Ayer

Enerzijds zien we aan de vele landhuizen en mini-paleizen dat dit inderdaad het rijkste land ter wereld moet zijn. Waar anders betaal je geen cent aan inkomstenbelasting, medische zorg en onderwijs? Aan de andere kant varen we op dit moment met ons bootje door wat lijkt op een gigantische sloppenwijk die op palen boven het water is gebouwd: Kampung Ayer, het grootste paaldorp ter wereld.

Schijnbaar contrast

Hoe schijnbaar deze tegenstelling is, wordt ons uitgelegd door Ronald en Antoine, onze wegwijzers voor vandaag. De ‘krotten’ zijn  weliswaar opgetrokken uit hout en golfplaten maar ieder huis heeft water, elektriciteit en telefoon en op veel huisjes prijkt een grote satellietontvanger of antenne.

Op de wal staan flinke auto’s en op de bank dikke saldo’s. Na een overpeinzing snap ik eigenlijk best waarom deze mensen in zulke krotten wonen; Het kost allemaal niks om te bouwen, van binnen ziet het er overal heel gezellig uit en de muren hoeven niet van dikke steen te zijn, want het is hier nooit koud. Wat moet je dan met een kast van een huis? Een luxe auto met airco is veel nuttiger in dit land, en opvallend veel Bruneiers hebben die dan ook.

Feitelijk zijn er weinig armen in Brunei, want zelfs de kleinste dorpjes in de jungle kun je vinden door de telefoonlijnen te volgen, of de weerkaatsing van de zon in de schotelontvangers. En ook hier staat steevast een auto voor de deur.

Sociale paalwoningen

Niet alle paalwoningen zien er uit als sloppen: de Sultan laat overal waar nodig huizen bouwen, waar iedere Bruneier gratis in mag wonen. Zo heeft hij ook hele paalwijken op het water gebouwd. Deze zien er allemaal keurig netjes uit, maar ook allemaal even saai en exact hetzelfde, vandaar dat veel Bruneiers daar niet willen wonen. Zij blijven liever in hun bonte verzameling van kleuren en materialen zitten, waar soms wel twintig mensen in één hut wonen.

Het ziet er heel gezellig uit, maar even later varen we langs we het grote bezwaar tegen deze manier van wonen: over een lengte van vijftig meter zien we enkel nog zwartgeblakerde palen uit het water omhoog steken. Het is moeilijk te schatten hoeveel mensen hier in één klap dakloos zijn geworden. Onze gids lacht vaag wat in de verte en doet zijn best zowel onze vragende blikken, als het zwartgeblakerde aanzicht te vermijden.

Wat verderop meert hij zijn bootje aan bij een steiger midden tussen de huisjes en helpt ons uitstappen. We zijn uitgenodigd in zijn huis, waar zijn vrouw voor ons heeft gekookt. Er staan schalen met gebakken banaan, kip curry, gegrilde vissoorten, rijst en nog een aantal minder herkenbare gerechten, die desondanks erg goed bevallen. Na een gezellige maaltijd met heel de familie in kleermakerszit op de grond, stappen we weer in ons bootje.

Het centrum van Bandar

De rivier is breed en mooi; langs de kant groeien palmen, bananenplanten en bamboe, half in het water. Land en water lopen hier bijna naadloos in elkaar over. Onze boot brengt ons naar het centrum van Bandar, waar de jungle-sfeer meteen oplost in een stadsgevoel. Imposante marmeren boulevards met fonteinen, grote winkelcentra en in de verte de glimmende koepels van moskeeën, paleizen en tientallen andere pompeuze gebouwen. In de winkels blijken de Bruneiers gevoelig voor de sport van het afdingen. Een simpel: “What’s your best price?” scheelt al gauw een paar Bruneise dollars (à fl. 1,35).

Centrum Bandar Brunei

Jame’ ‘Asr Hassanal Bolkiah

De tweede poging om een moskee te bezoeken mislukt eveneens, maar de buitenkant maakt dat al ruimschoots goed: de Jame’ ‘Asr Hassanal Bolkiah moskee is geweldig. Alles is goud en marmer, mozaïek en uitgestrekte grasweides, omsloten door een smeedijzeren hekwerk met gouden ornamenten. De grootste koepel heeft een doorsnee van zo’n 35 meter. Wij zeggen wel eens: “Het is niet alles goud, wat er blinkt”. Voor deze en de 28 kleinere koepels die de moskee sieren, geldt dat dus wèl.

Het getal van 29 koepels blijkt geen toeval; ook de marmeren trap telt 29 treden en dit verwijst naar de 29e Sultan van Brunei, die de oprichter was van deze moskee. Niet dat de Sultan ooit over die 29 marmeren treden heeft gelopen, want er is een roltrap aangelegd die alleen hij mag gebruiken. Verschil moet er zijn. De vier minaretten op de hoeken van het gebouw zijn over hun volledige 65 meter hoogte belegd met mozaïeksteentjes van zo’n drie bij drie centimeter. Het zal je werk maar wezen. Ik beschrijf dit gebouw maar met getallen en kreten, want de schoonheid ervan is in woorden niet te vatten.

Empire Hotel

13u25: De volgende halte is het Empire Hotel. Dit is zonder twijfel één van de allermooiste en allergrootste hotels ter wereld, in zijn eigen absurde klasse. Net als voor de moskee geldt ook hier weer: ik zou niet kunnen omschrijven wat voor diepe indruk dit immens grote, decadent luxe complex op me maakt.

Een ‘eenvoudige’ kamer kost een slordige 350 gulden maar de prijzen van de suites lopen gauw op tot zo’n fl. 40.000,00 per overnachting. Je hebt dan ook wel wat; van een butler en een bubbelbad, tot een eigen zwembad in de suite. Van de drie vleugels die het complex telt staan er dan ook permanent twee leeg; onbetaalbaar… Weer een prestige-project van de Sultan, evenals het pretpark.

Over vleugels gesproken; in de foyer staat er eentje waar Steinway trots op zou zijn, maar die er eigenlijk meer voor de sier staat. Niemand speelt er ooit op, maar uiteraard wordt hij wel elke maand gestemd.

Concerto in Em(pire)

Omdat wij voorgesteld werden als “a Dutch music company, looking for accommodation for our artists on tour” krijgen we, naast de uitgebreide tour, de gelegenheid te luisteren naar Simon’s eerste Empire Hotel Concerto. Dit onder toeziend oog van de hotel manager en zijn assistente, die geen idee hebben wie wij precies zijn maar die natuurlijk niet de kans willen mislopen een paar Europese beroemdheden binnen te halen.

Simon improviseert een heel aardig stukje en volgens mij geloven ze dat wij echte sterren zijn. We moeten nog oppassen, anders gaan we het zelf ook geloven. Dat is dan voornamelijk de schuld van het Dutch Committee, dat ons een behandeling geeft waar de Rolling Stones jaloers op zouden zijn.

Panaga Club

In de namiddag krijgen we onze visitor-card van Club Panaga. Hiermee mogen we onbeperkt gebruik maken van alle faciliteiten gedurende ons verblijf in Brunei. De Club omvat golfbanen, tennisbanen, fitnessruimtes, een repetitie studio, restaurant, bar en natuurlijk een heerlijk zwembad. Enthousiast besluiten we in ieder geval een keer te gaan tennissen en golfen.

Ik ben nu al bang dat het er niet van gaat komen, deels omdat we nog een leuk, maar boordevol programma voor de boeg hebben en deels omdat luxe gemakkelijk went en -nu al- lui maakt. De watertemperatuur schat ik op zo’n 28 graden, de bar voorziet in vers geperst sinaasappel-, perzik- en meloensap en het restaurant heeft een uitgebreid en prima menu. We voelen ons Godenzonen.

Jamsessie

19u10: Na het eten kunnen we even lekker inspelen in de Jam Factory van de Club. Gelukkig maar, want de lokaal ingehuurde instrumenten en versterkers vertonen nogal wat mankementjes die we op deze manier tijdig kunnen verhelpen. ’s Avonds wordt er ge-Triviant bij Roy’s, waar bier en euforie de stemming bepalen. Misschien niet zo slim, met het oog op morgenvroeg…

Vrijdag 4 mei

09u00: de wekker. We gaan vandaag op een jungletocht naar een geheimzinnige waterval die ergens midden in de rimboe moet liggen. Geen idee wat ik ervan moet verwachten maar tot nu toe is alles perfect, dus het zal best leuk worden. Onze ‘Jungle Jane’ heet Annemarie en samen met ‘Jungle Jim’ Ronald gaan we op weg.

Einde van de beschaving

De rit is lang maar erg mooi. Langzaam maar zeker loopt de bewoonde wereld over in een dicht oerwoud, met slechts hier en daar een paalwoning, een moskeetje en -ook hier weer- een luxueus mini-paleis. Dan houdt de weg op en à la Camel Trophy hobbelen we verder. Dus daarom die mega-jeep… De telefoonkabel, die heel de route boven de weg hing, loopt het laatste huis binnen en gaat dan niet meer verder. Hier eindigt de beschaving. We maken ons op voor de tocht: insmeren, rugzakken op en lopen maar.

♫ ♪♫ Welcome to the Jungle ♫ ♪♫ (Guns ’n Roses)

De begroeiing is dicht en een smal paadje leidt ons langs metershoge en armdikke bamboe, prachtige planten en generaties oude kamwortelbomen. De route wordt bepaald door een riviertje, dat we verschillende keren moeten oversteken om verder te kunnen. Geen touwbruggen of kant-en-klare slingerlianen zoals in de film, maar een rotte, glibberige boomstronk die dwars in de rivier ligt… De eerste oversteek houd ik keurig droog maar aan de overkant wordt de grond al snel zo drassig, dat ik besluit: smerig worden is vandaag onvermijdelijk. Gek hè, kaaskop in de jungle.

Het lopen is best pittig, maar het is vooral de drukkende warmte die me parten speelt. Als bij de derde oversteek blijkt dat deze onmogelijk ‘droog’ te maken is, plonst iedereen door het water. Wat heerlijk koud! Vanaf nu kijk ik uit naar ieder plasje water.

De lucht is vol geluiden, maar afgezien van kleine vliegbeestjes en vervelende bloedzuigers zien we nauwelijks dieren. Dan opeens, uit het niets, fladdert er een vlinder voorbij, zeker zo groot als mijn hand. Gitzwart, met witte stippen. Ik had al begrepen dat we op deze tijd van de dag weinig spectaculaire dieren zouden zien, maar dit sierlijke wezen dat elegant voortfladdert is echt prachtig. Het voelt heel goed dat iedereen, ondanks alle luxe die we hier hebben ervaren, als betoverd staat te kijken naar die kleine onschuldige vlinder. Ik voel me op dit moment geweldig op mijn gemak tussen mijn mede-Prakkers. Nog afgezien van de muziek, hebben we toch een superband!

Een momentje

En dan is daar zomaar de beloofde waterval waar het allemaal om te doen was: zeven of acht meter hoog en net zo breed klatert het water omlaag in een paradijselijk meertje van waaruit het rustig kabbelend in de jungle verdwijnt. Het water is kristalhelder en ijskoud. Terwijl iedereen zich uit de kleren hijst voor een frisse duik, sta ik in verwondering te kijken. Hoe kan de natuur zulke prachtige dingen maken en wat hebben wij gedaan, dat wij ze mogen aanschouwen? Ik sta me hier, duizenden kilometers van huis, even heel erg dankbaar en nederig te voelen.

Nadat we wat gegeten hebben, aanvaarden we de terugtocht naar wat wij ‘de beschaafde wereld’ durven noemen.

Forty-Nine

Thuisgekomen gaat de rest zich douchen en klaarmaken voor het zwembad, terwijl ik besluit een kijkje te gaan nemen op ‘Forty-Nine’; de locatie van het feest. Het is het huis van Mr. Moss, de grote man van Shell op Brunei, en dat is te zien! Twee lange oprijlanen lopen langs prachtige gazons met palmbomen en exotische bloemperken. Aan het einde ervan rijst een gigantisch landgoed op, dat al helemaal is aangekleed in de sfeer van het Wilde Westen; het thema van de Oranjenacht 2001.

Als ik naar de achterkant van het gebouw loop, kom ik in een gigantische tuin terecht, uiteraard met zwembad en tennisbaan. Het podium staat er al: anderhalve meter hoog, zo’n acht bij acht meter groot met een volwaardige festival overkapping. Nice!

Mr. Ed

Voor het podium ligt een hardhouten dansvloer. Het ziet er te gek uit! De voorbereidingen zijn in volle gang en overal lopen mensen af en aan met decoraties, apparaten en gereedschap. Leidend en lijdend voorwerp van dit alles is Ed. Ed is niet blij. De koelingen zijn er nog niet, het geluid is er nog niet en iedereen bestormt hem met de meest uiteenlopende vragen. Hij heeft het zwaar maar hij doet het goed, en tegen zessen loopt alles weer zo’n beetje volgens draaiboek.

Uit alles blijkt dat hier een clubje perfectionisten aan het werk is, want het is allemaal tot in de kleinste puntjes voorbereid en verzorgd. Ik ben echt benieuwd naar hoe het er morgen uitziet als alles af is.

Na een frisse duik en een heerlijk etentje op de Club gaan we met zijn allen naar Forty-Nine, voor een generale doorloop. Op een paar kleine puntjes na zijn we klaar voor morgen. ’s Avonds wordt er weer ge-Triviant en wat gedronken, maar iedereen is doodmoe en we gaan op tijd naar bed voor de grote dag.

Zaterdag 5 mei

Op zaterdagochtend, de dag van het feest, gebeurt datgene waar niemand op gerekend had: Het regent, en niet zo’n beetje ook!

Een muur van water stort zich uit de hemel neer en in een mum van tijd verandert alles in één grote waterplas. Bij ons heerst een behoorlijk mineurstelling en ik durf me niet eens voor te stellen hoe de mensen van de Dutch Committee zich moeten voelen. Alles perfect geregeld en dan krijg je dit.

10u30: Simon en ik eten een boterhammetje en als de hevigste hoosbui over is gaan we naar de rest, bij Roy’s. Daar doden we de tijd met een spelletje kaarten, een bak koffie en sigaretten. En wachten, wachten, ik haat wachten. Tot overmaat van ramp speelt een irritant kwaaltje weer flink op: sinds onze landing op Brunei heb ik last van mijn oren. Ze zijn om de haverklap verstopt en bij vlagen hoor ik nauwelijks iets. Op dit moment maak ik me echter meer zorgen om het weer.

Wild West

14u00: In de middag klaart het voorzichtig op. We haasten ons naar Forty-Nine om de schade te overzien. Wonder boven wonder is er niets ernstig ondergelopen, verzakt, kapot of beschadigd. Links en rechts naast de ingang staan kleurige totempalen met daartussen de slogan: “Op zijn best naar de Wild West”. De hal is versierd met Indiaanse decoraties. Schilderijen, pijlen en bogen, een grote kookpot, een tipi. Op de bar staan al rijen cocktailglazen met een suikerrandje, te wachten op de gasten van vanavond: ongeveer 280 dames en heren uit alle windstreken.

♪♫ ♪ Rolling, rolling, rolling…. Rawhide! ♪♫ ♪ (Frankie Laine)

We lopen door naar buiten, waar het Wild West tafereel nu helemaal klaar is; een beetje nat maar ongedeerd. Rechts naast de deur staat een rodeostier waarop de gasten zich vanavond kunnen laten fotograferen. Links hangt een filmdoek waar afwisselend “Rawhide” en “Bonanza” gedraaid worden. Mooi; toen we het thema hoorden hadden we de titelsong van Rawhide al meteen op de setlijst gezet.

Naast het filmdoek loopt een tientallen meters lang decor helemaal om het zwembad heen. De bouwers hebben het helemaal beschilderd met huifkarren die door een prairie rijden en gieren die door een hemelsblauwe lucht vliegen. Voor dit prachtige decor staat een aantal echte huifkarren voor de catering.

Wat verderop staan twee tipi’s en rechts daarnaast wandelen we de ‘Make my Day Saloon’ binnen, de bar van vanavond. Aan de wanden prijken portretten van Wild Bill Hickok, Chief Sitting Bull en tal van andere beroemdheden uit de geschiedenis van het Wilde Westen. Te midden van dit prachtige beeld ligt de grote houten dansvloer. Hier moet het vanavond gebeuren.

Het licht is er, het geluid is er, de band is er: nu moet het samen nog werken en dan zijn we er klaar voor. Dat valt in eerste instantie nog niet zo mee, maar iedereen helpt iedereen en stukje bij beetje valt alles op zijn plaats. Een lampje hier, wat broodjes voor de bouwers daar, de laatste rommel opruimen en ik bedenk opeens dat ik nog iets moet eten vandaag en dat ik mijn kleren nog thuis moet ophalen. Oeps.


♪♫ ♪♫ Dokter, kunt u even komen? ♪♫ ♪♫ (Groot Hart, De Dijk)


16u30: Mijn oren zitten nu al een paar uur potdicht en ik vrees dat het echt een probleem gaat worden voor de show. Ik hoor weinig meer dan een vervelend suizen. Er wordt snel even een telefoontje gepleegd en ik kan direct naar het ziekenhuis, waar een flinke spoelbeurt helaas weinig verlichting brengt. Ik krijg medicijnen maar de verwachting is, dat die pas na een dag of drie aan zullen slaan. We wachten maar af hoe het gaat.

Frans brengt me naar huis om mijn kleren op te pikken en in ruil fiks ik zijn computer, die vanavond voor de muziek tussendoor moet zorgen. Rond achten staat alles en iedereen klaar voor wat het knalfeest van het jaar moet worden. Gelukkig is er sinds vanmiddag geen druppel regen meer gevallen. Zou zelfs dát in de genadige handen van de Sultan liggen?

20u00: Iedereen heeft er volop zin in en iedereen heeft er ook het volste vertrouwen in. Ik maak me nog wel een beetje zorgen over het feit dat 70% van de aanwezigen absoluut geen enkel woord Nederlands verstaat. Ach, ze hebben het maar leuk te vinden; het is tenslotte Oranjenacht. Het bitterbal-gevoel begint te groeien. De jongens zitten al lekker aan een biertje om in de stemming te komen, en ik pak nog maar een bakje koffie; geen alcohol vóór het zingen… Hoewel ik er op dit moment toch heel even over twijfel. Niet doen Arno, je hoort maar half, zorg dat je stem op zichzelf kan staan vanavond. Nog anderhalf uur…

21u30: Na enkele even verplichte als onderhoudende speeches is het dan eindelijk zover; we mogen los!

Showtime!

Simon zet het Wilhelmus in met statige hoorns en violen en alle Nederlandse aanwezigen brullen uit volle borst mee, evenals de laatste spreker die nog op het podium stond met een microfoon in zijn hand. De arme man krijgt bijna een beroerte als na de tweede regel van het statige volkslied ineens Wout invalt met een knallende drum-intro, voortgestuwd door de scheurende gitaar van Bas. Ik hoop dat het publiek net zo’n kippenvel heeft als ik. Zoals we de afgelopen weken al een paar keer hebben besproken en maar liefst drie keer gerepeteerd, loopt het Wilhelmus naadloos over in het eerste nummer: ‘Dansen op de Vulkaan’. En gedanst wordt er; van Engelsman tot Bruneier en van gek tot nog gekker.

Wat een superfeest! Bij de eerste stevige uithaal van mijn stem klappen allebei mijn oren open en ongelooflijk maar waar: ik hoor opeens alles weer! Nu kan het niet écht meer stuk; gas erop en zingen!

We mogen tot half twee spelen en traditiegetrouw gaan we daar tien minuten overheen. Dus, om elf minuten over half twee sta ik aan de bar. Eindelijk mijn eerste biertje! Ik heb er pas drie op als het feest ten einde loopt, maar ik verkeer in een weldadige roes. Het ging goed, de gasten waren in alle talen enthousiast en Bas had zelfs sjans. Het is mooi geweest.

Afterparty

Onze gastheer Thomas is erg vrolijk en nodigt de band en de laatst overgebleven gasten uit voor een slaapmutsje. Een half uurtje later zitten we thuis aan een biertje. Ik probeer nog een keer naar Nederland te bellen, want daar is het nu ochtend. Tot nu toe ging dat allemaal erg moeilijk, want er zijn maar weinig telefoons op Brunei waarmee je buiten het eiland kunt bellen. We kunnen wel bellen via internet, maar dat is hier vreselijk instabiel. Tot mijn verbazing lukt het nu zomaar bij de tweede poging.

Ik word door mijn vriendin bijgepraat over het laatste nieuws uit Nederland en over hoe het gaat met ons nieuwe huisje én de jongste bewoner ervan: Max, een kleine Boomer-puppy. Na tien minuten nemen we afscheid; precies lang genoeg om even wat heimwee te voelen in mijn onderbuik.

De fanatiekste borrelaars trekken nét hun volgende biertje open als ik de woonkamer binnenloop. Ik bedank vriendelijk en loop door naar de slaapkamer, waar ik bijna letterlijk omval op mijn matras. Kapot.

Zondag 6 mei

12u00: Ik heb net ontbeten met Simon en maak me op voor onze laatste dag op Brunei. Simon vertrekt alvast naar Forty-Nine voor het kinderfeest. We hebben hier de afgelopen dagen al wat over gehoord; het schijnt een soort kermis te worden voor de kinderen wiens ouders gisteren compleet uit hun dak gingen tijdens Oranjenacht.

We hadden al min of meer toegezegd dat Simon wat kinderliedjes zou begeleiden, maar inmiddels is dat uitgegroeid tot de toezegging dat we een geïmproviseerd mini-concert zullen doen. Het feestje zal worden geopend met het lied ‘Cowboy Billy Boem’, wat de kinderen samen met de juf gaan zingen. Siem zal ze begeleiden. Ik kom wat later, nog moe en schor van gisteren.

Als de rest van de jongens er ook is, kiezen we wat leuke nummertjes uit en proberen erachter te komen wanneer en hoelang we kunnen spelen. Na wat rondvragen denken we het te weten; we doen om 14u45 een kort setje van vijf of zes nummers en van vier tot half vijf mogen we het feest afsluiten. Dit is inmiddels de vierde lezing van het programma, maar uiteindelijk kunnen we dan toch beginnen.

Dat het vandaag erg heet ging worden hadden we al begrepen maar onder de hete lampen op het podium, in de brandende tropische zon, voel ik pas hoe extreem het is: tijdens de eerste twee nummers drink ik een halve liter water. Ik ga kapot en ik merk dat ook de rest van de band het zwaar heeft.

Er zitten lange pauzes tussen de nummers en de jongens zijn een beetje sloom. Het laatste nummer van dit setje is ‘So lonely’. Terwijl ik dit aankondig, hoor ik Wout protesteren; hij is op. Ik klim op het drumpodium en vraag hoe hij zich voelt. Hij kijkt me een beetje wazig aan: “Ik zie een zwarte rand op je heen”. Dat betekent het einde van de set.

Wout strompelt van het podium en af en gaat net na de laatste tree van het trapje languit gestrekt. De mensen van de organisatie zijn er snel bij om hem te koelen, er wordt zelfs al een ambulance gebeld. Na een paar minuten komt hij gelukkig weer een beetje bij zijn positieven en kunnen we hem met een paar mensen naar binnen sjouwen.

Terwijl Wout bijkomt in de koelte van de airco wordt de ambulance afgebeld. Buiten horen wij de laatste versie van het draaiboek; vanwege de hitte gaat om 16u00 de stekker eruit. Dat betekent dat we niet meer spelen. Van de ene kant wel jammer maar misschien is het maar beter zo, want als Wout even voor vier uur naar buiten komt kijkt hij nog steeds lijkbleek. Het beste voor hem, is een lekkere plons nemen op de Club. De jongens nemen hem snel mee.

Ik blijf nog even op Forty-Nine om de officiële afsluiting van het feest mee te maken. Alvorens het zover is, heb ik nog mooi even tijd om een rondje te maken over het feestterrein. Op het inmiddels flink gehavende gazon staan een springkussen, mini-reuzenrad en allerlei kraampjes met eten, drinken en souvenirs. Het is poepie-druk. Het blijft voor mij ongelooflijk hoe een clubje fanatieke vrijwilligers zoiets fantastisch voor elkaar krijgt en ook nog eens zo’n mensenmassa enthousiast weet te maken. Dan verzamelt iedereen zich rond de dansvloer.

Zes erg schattige kinderen doen een countrydansje, luid aangemoedigd door de menigte. De Big Boss van Shell op Brunei en gastheer van het feest, Mr. Moss spreekt nog een woordje en sluit af met: “My name may be Moss, but it’s only grass that’s been ruined…”. Bij een Oranjefeest hoort Hollandse nuchterheid.

Terwijl de aanwezigen nog één keer ‘Cowboy Billy Boem’ aanheffen wandel ik, met mijn koffertje in de ene hand en een grote fles water in de andere, richting Pagana Club waar de rest van de band vers geperst vruchtensap drinkt aan de rand van het zwembad. Ik voel me tevreden en bevoorrecht, dat muziek me hier heeft gebracht.

Zondagavond wordt er een spelletje gespeeld bij Roy’s en de drank vloeit rijkelijk. Vooral voor mij: dit is de eerste keer deze week dat ik nergens op hoef te letten. De rest vertrekt morgenvroeg naar Bali voor een weekje welverdiende vakantie. Helaas moet ik weer terug voor mijn werk.

23u50: Ik neem afscheid van Bas, Wout, Willem en Karin. Siem zie ik morgenvroeg nog wel als ik vertrek. Iedereen heeft natuurlijk medelijden omdat ik terugvlieg naar Nederland, maar eerlijk gezegd verlang ik ook wel weer terug naar een wat lagere temperatuur, mijn eigen bed en mijn eigen huis. En naar de kennismaking met Max!

Maandag 7 mei

20u30: Ik zit me in het vliegtuig te bedenken hoe ik iedereen moet bedanken die deze reis tot een onvergetelijke ervaring heeft gemaakt. Alle trips, etentjes, de jungletocht, het feest, het concert, wat een waanzinnig verhaal! Ik heb nog niet eens de helft van de mensen genoemd, die het allemaal mogelijk hebben gemaakt. Ik denk dat alle anderen het wel begrijpen als ik ze nu in één adem bedank voor alles: jullie waren geweldig.

Toen we begonnen met Prak!? had niemand van ons gedacht we ooit zo ver zouden komen. Een bandje dat Nederlandstalige liedjes naspeelt, in een tropisch paradijs aan de andere kant van de wereld. Zo zie je maar hoe universeel de taal van muziek is.

23u34: Over zesendertig minuten zullen we landen in Abu Dhabi voor een korte tussenstop. Van daaruit gaat het in een lange ruk door naar Heathrow waar we nóg een tussenstop maken, van maar liefst drieënhalf uur…

Dinsdag 8 mei

09u00: Ik zit nu ongeveer een uur hier in de lobby op Heathrow. Mijn boek had ik drie dagen geleden al uit en ik ben onderhand wel klaar met kruiswoordpuzzels. Het liefst wil ik wat bijslapen maar er staan hier alleen maar van die irritante kuipstoeltjes. Je kunt er onmogelijk op liggen en zittend slapen gaat ook niet omdat de leuning veel te laag is. En we tellen de minuten…

12u30: Ik hoor zojuist dat we onze riemen moeten vastmaken. Over een kwartiertje zullen de wielen Nederlandse bodem raken. Wat een avontuur was dit zeg! Maar er zit nog meer in de planning: later dit jaar gaan we naar Oman. Ik weet niet eens waar het ligt. Eerst maar eens naar huis, slapen in mijn eigen bed.

12 februari 2019

Het is inmiddels achttien jaar na onze trip naar Brunei. Vele ervaringen rijker, illusies armer en mijlpalen verder. De band bestaat al zo’n vijftien jaar niet meer. Zeven jaar geleden kwamen we nog één keer bij elkaar: om te spelen op mijn eigen bruiloft. Nog zo’n episch verhaal. Ik beloof dat ik dat ook nog een keer met jullie ga delen. Net als het reisverslag van ons tourtje naar Oman, als dat ooit nog boven water komt. Er zijn nog zoveel verhalen te vertellen…

Prakkers for life


(omslagfoto Omar Ali Saifuddien moskee door James Wk via Shutterstock)






∼∼∼ Op Blogpapa.nl wordt gebruik gemaakt van affiliate links. Dit betekent dat als jij op een van de links klikt, wij daar mogelijk commissie over krijgen. Het kost jou niets extra, maar het levert ons wel wat op. Ook krijgen wij soms betaald of we krijgen een product in ruil voor een blogpost. Onze mening blijft hierdoor nog steeds onveranderd en eerlijk. Voor meer informatie kun je de disclaimer doorlezen. ∼∼∼

2 Comments

  • Reply
    Even terug naar Brunei | blogpapa.nl
    28 februari 2019 at 14:33

    […] achttien jaar-staat nu eindelijk het hele reisverslag: “Een Hollands bandje in Brunei “op […]

  • Reply
    Een armband voor mannen: stoer of meisjesachtig? | blogpapa.nl
    25 maart 2020 at 12:01

    […] ontbraken niet en natuurlijk een brede leren armband. Die look heb ik jarenlang volgehouden, maar mijn laatste band was een Nederpop-band en daar paste nou eenmaal een ander imago beter bij. De krullen bleven, maar […]

  • Leave a Reply

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.